Cao Dai is een godheid die buiten Vietnam geen noemenswaardige bekendheid heeft. In de stad Tay Ninh in Vietnam is deze religie geboren: het zogenaamde Caodaisme, een moderne religie met miljoenen volgers in de Aziatische staat. Bijzonder is hun heilige tempel, zoals alle zogenaamde heiligdommen laat het een impressie na op de bezoeker, vooral wanneer men knielt in een huis van een god waarvan men enkele uren geleden het bestaan nog niet van wist.
Toegegeven de lange rijen volgelingen in witte gewaden die onverstoord zingen en luisteren naar de exotische muziek die weergalmen in de gigantische gangen zijn impressionant. Het laat de bezoekers systematisch verwonderend rondkijken, niet echt wetende wat men kan of moet verwachten.
Cao Dai werd gesticht in 1926 in Tay Ninh en kende quasi een instant succes bij de lokale bevolking. Vandaag telt de cult 6 miljoen volgers, voornamelijk Vietnamezen, er zijn afdelingen over heel de wereld zelfs in Verenigde Staten. Caodaisme is een mix van verschillende religies die hun symbolen terugvinden in de driekleurige vlag van de beweging: geel voor het Boeddhisme, Blauw voor het Taoisme en rood voor het Confuciasnisme.
Voor westerlingen moeilijk begrijpelijk is het feit dat er drie heiligen zijn in de cultus waarvan een de schrijver Victor Hugo is. OK, moet kunnen.
Cao Dai volgers geloven dat de mensheid in een “Derde Periode” is van spiritueel ontwaken and dat de schepper (Cao Dai) direct tot ons spreekt. Ze geloven dat uiteindelijk alle religies zullen versmelten en dat de mensheid eindelijk een era zal ingaan van wereldvrede. Het zijn ook vegetariërs en ze geloven in geweldloosheid. Zoals in alle religies is er voor hen ook een hiernamaals of een wedergeboorte, de ziel zoekt een reïncarnatie door verdiensten te verzamelen in een leven, men kan naar gelang de verdienste een hogere level bereiken waarbij Nirvana het umtieme doel is. Het linker oog van God is voor Cao Dai hun sterkste symbool en men kan het vinden op alle tempels.
Zes miljoen leden is ongeveer hetzelfde aantal als de aanhangers van de Mormoonse Kerk, het is dus te meer verbazend dat wij nog nooit hebben gehoord van deze cultus. De tempel zelf is een vreemde mix van religieuze symbolen en zaken die men eerder zouden verwachten in een attractiepark, waarschijnlijk episodes uit het leven van Cao Dai.
Men kan zich niet van het gevoel ontdoen dat de ceremonies in de tempel een soort van toeristische nevenattractie zijn geworden, vreemd in een Communistisch land die nu niet bepaald bekend staat om zijn affiniteit met goddelijkheden noch religies.
Zoals altijd een interessant artikel van Thalmaray!