Deze sculpturen zijn anders dan wat we gewoon zijn, ze lijken te zweven in het ijle, net als eilanden op de rand van een gigantische afgrond. Met een witte neutrale achtergrond lijkt het dat ze zijn versplinterd van de grond, net alsof ze door een onzichtbare kracht werden weg gekatapulteerd. De wortels en aardebrokken accentueren een breuk, een grens, een ontastbare surrealistische grens.
Eigenlijk zijn deze werelden gemaakt van sponsen, papier maché, ijzerdraad en textiel zorgvuldig versierd en geverfd.
De favoriete motieven van de kunstenaar zijn alom aanwezig: scheiding, destructie en vooral isolatie. Hij ziet zijn kunst niet als negatief maar als een symbool van een reiken naar andere oorden, op zoek naar nieuwe horizonten. Een begrip die hij trouwens goed kent, want hij verliet zijn geboorteland Cuba om een beter leven te hebben in het Westen. Hij woont en werkt thans in Palma de Mallorca, Spanje.